De doelgroep doven en slechthorenden richt zich tot
- slechthorende kinderen
- dove kinderen
- kinderen met een gehoorstoornis en bijkomende stoornissen.
Voor wie doof of slechthorend is, staat communicatie centraal. Vertrekkend vanuit de ervaringen van het kind wordt een gesprek gevoerd als basis voor het leren van de taal. Zowel het Nederlands als de Vlaamse Gebarentaal komen aan bod, met respect voor een andere moedertaal waar relevant.
Naast het aspect communicatie is er veel aandacht voor het goed voelen van kinderen, met specifieke aandacht voor Dovenidentiteit.
Er is een kleuter- en lagere schoolwerking.
De doelgroep spraaktaalontwikkelingsstoornissen (STOS) richt zich tot horende kinderen met een ernstige spraak- en/of taalontwikkelingsstoornis die nood hebben aan intensieve taalopvoeding, verzorgd door een ruimere personeelsomkadering (kleinere klasgroepen, ruimere paramedische zorgverstrekking).
Ook hier wordt vanuit de ervaring van het kind een gesprek gevoerd als basis van de taal. De klassen worden samengesteld volgens taalniveau. Er worden ook klasoverschrijdende rekengroepen gevormd.