Onze missie
Wie of waar je ook bent,
We staan naast je,
Opdat je op eigen kracht verder kan.
Armoede: definitie en achtergrond
Definitie
een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan, in die mate dat men geen leven kan leiden dat voldoet aan de menselijke waardigheid. Hierdoor ontstaat een kloof met de rest van de samenleving. Deze kloof, die in de samenleving wordt ge(re)produceerd, kan men niet op eigen kracht overbruggen.
Bron: jaarboek 2018 Armoede en sociale uitsluiting USAB (universitaire stichting voor armoedebestrijding)
Armoede is niet louter een inkomensprobleem. Het gaat om een samenhang van vele elementen die vaak tegelijk aanwezig zijn.
De meeste armen zijn laag of niet geschoold. Het schoolmilieu is niet afgestemd op hun leefwereld en er zijn thuis weinig mogelijkheden om te leren.
Ze verlaten vroeger de school om te werken in zware en weinig betaalde jobs.
Ze wonen in goedkopere woningen die vaak slecht en ongezond zijn.
Ze eten vaak ongezond en eentonig.
Door al deze factoren samen, worden ze vaker ziek en door hun slechte financiële situatie gaan ze minder vaak naar de dokter.
Wie echt arm is, heeft het gevoel dat hij nergens goed voor is. Dit gebrek aan waardigheid is erg zwaar om dragen. Er is een groot gevoel van schaamte en minderwaardigheid.
Onze visie
Er zijn veel manieren om naar armoede te kijken.
KOCA gaat uit van een interactionistische kijk op armoede en armoedebestrijding. Armoede is te verklaren vanuit een samenspel van elkaar versterkende factoren. We willen empowerment inzetten om aan armoedebestrijding te doen.
De theorie van de maatschappelijke kwetsbaarheid gaat uit van een structurele visie op armoede. Bepaalde groepen mensen riskeren gekwetst te worden door de manier waarop onze maatschappij georganiseerd is. Ze genieten weinig van het aanbod aan informatie, hulpverlening en respect dat aan de burgers geboden wordt. Door het stigmatiseren en uitstoten dragen instellingen bij aan de sociale achteruitgang van deze kwetsbare personen. De machtsongelijkheid blijft bestaan.
Dit gebrek aan sociale binding kan aanleiding geven tot probleemgedrag of berusting bij de personen in armoede. Er is dus een dynamische wisselwerking tussen individu en omgeving.
Definitie van Vranken, Geldof & Van Meensel, 1998:
‘Armoede is een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan. Het scheidt de armen van de algemeen aanvaarde leefpatronen van de samenleving. Deze kloof kunnen ze niet op eigen kracht overbruggen.’
Bron: Bind-Kracht in armoede, Driessen, K en Van Regenmortel, T, Lannoo 2009, p36
Armoedebestrijding vertrekt vanuit het empowermentparadigma.
Definitie van Van Regenmortel, 2002:
‘De armoedekloof kan enkel worden overbrugd wanneer de samenleving ook een appel doet op het psychologisch kapitaal van personen die in armoede leven en van hun omgeving. De samenleving maakt daarbij de economische, sociale en culturele kapitaalvormen voor hen toegankelijk. Zo krijgt iedereen gelijke kansen op niet-kwetsende sociale en maatschappelijke interacties en op waardevolle bindingen met zichzelf, de anderen, de maatschappij en de toekomst’
Bron: Bind-Kracht in armoede, Driessen, K en Van Regenmortel, T, Lannoo 2009, p37